Dit is de tweede Snapshot in een serie over de krapte op de arbeidsmarkt. We vroegen aan de mbo-sollicitanten of ze vinden dat werkgevers hun best doen om het sollicitanten zo makkelijk mogelijk te maken om te solliciteren. We gaan ervan uit dat, gezien de krapte op de arbeidsmarkt, werkgevers meer hun best doen dan “normaal”. Maar is dat ook zo? De manier die het voor sollicitanten het makkelijkst maakt, is als sollicitanten niet zelf hoeven te solliciteren, maar actief benaderd worden. Ook deze vraag stelden we aan de sollicitanten op ons mbo-vacatureplatform.
Algemene resultaten
De vragen zijn voorgelegd aan 906 sollicitanten, waarvan 210 hebben meegedaan aan het onderzoek. Dit is een conversie van 23%. Op de vraag “Doen werkgevers hun best om het sollicitanten zo makkelijk mogelijk te maken?”, kregen we de volgende antwoorden:
Iets meer dan de helft van de sollicitanten (51%) geeft aan daar een neutrale mening over te hebben; het is niet makkelijk, maar ook niet lastig. In totaal 26,7% is van mening dat werkgevers het makkelijk maken en 21,9% is het daar niet of helemaal niet mee eens. Het feit dat ongeveer één op de vijf sollicitanten dat vindt, is in deze arbeidsmarkt opvallend.
Laten we eens kijken in hoeverre werkgevers mbo-sollicitanten actief benaderen. Dat hogeropgeleiden actief worden benaderd, is bekend. Maar hoe is dat bij mbo-sollicitanten? Op de vraag “Hoe vaak word je benaderd zonder dat je zelf het initiatief hebt genomen?” kregen we de volgende antwoorden:
Zo’n 11% van de sollicitanten wordt naar eigen zeggen dagelijks benaderd, 18,8% wekelijks en 21,3% maandelijks. Een grote groep sollicitanten (26,6%) wordt een paar keer per jaar benaderd. Maar ruim 22% geeft aan nog nooit benaderd te zijn.
Nadere analyses
De uitkomsten van de twee voorliggende vragen met de beschreven opvallendheden nodigen uit om allerlei cross-analyses te maken. We kunnen verdiepende analyses maken om verschillen tussen opleidingsniveaus, regio’s en sectoren te ontdekken. Voor nu presenteren we de verschillen per opleidingsniveau.
Opleidingsniveaus:
We zagen in een eerder gepubliceerde Snapshot dat mbo-opgeleiden de arbeidsmarkt vooral als lastig tot zeer lastig ervaren.
Specifiek binnen de vier mbo-niveaus zien we dat er vooral tussen niveau 1 en niveau 4 grote verschillen zijn. Hoe dat zich vertaalt naar de perceptie of werkgevers hun best doen, is in de grafiek hieronder weergegeven.
Het zijn vooral de niveaus 1 en 2 die relatief vaker vinden dat werkgevers niet hun best doen om het hen zo makkelijk mogelijk te maken (22%-26%). Op niveau 3 en 4 vinden ze dat minder vaak (12%-20%). Een mogelijke verklaring daarvoor is dat niveau 1 en niveau 2 vaker worden benaderd voor uitzendwerk en dat in vaste dienst komen pas na een bepaalde periode mogelijk is.
Hoe dit zich vertaalt naar de frequentie van het actief benaderd worden, is in de grafiek hieronder weergegeven. Het zijn vooral de niveaus 3 en 4 die niet of een enkele keer worden benaderd (50%-53%). Op niveau 1 en 2 gebeurt dat iets vaker (41%-45%). Een mogelijke verklaring daarvoor is wederom dat niveau 1 en niveau 2 vaker worden benaderd voor ongeschoold uitzendwerk. Niveau 3 en 4 sollicitanten komen vaker in aanmerking voor een vaste baan, en werkgevers searchen in de regel veel minder intensief.
Benieuwd naar meer inzichten over de arbeidsmarkt voor mbo-opgeleiden? Neem dan een kijkje in ons mbo-kenniscentrum. Heb je nog vragen of wil je meer informatie? Stuur gerust een e-mail naar mbosucces@playtowork.nl.